Het samenstellen van een (schriftelijke) toets

Het samenstellen van een (schriftelijke) toets

In de toetsmatrijs van jouw cursus heb je vastgelegd hoeveel vragen/punten worden toebedeeld aan een specifiek onderwerp en/of leerdoel, welk beheersingsniveau daarbij hoort en welke type vragen er worden gesteld.

Lengte van de toets uitklapper, klik om te openen

Een veel gestelde vraag is: hoeveel vragen kan/mag ik stellen tijdens een schriftelijke toets. Het antwoord is afhankelijk van de beschikbare toetstijd (idealiter niet langer dan xxx minuten; xxx minuten voor studenten met een verlenging en maximaal xxx minuten; xxx minuten met een verlenging) en de ideale toetslengte. In dit document wordt uitgelegd welke vijf factoren bepalend zijn door de lengte van een toets.

Het formuleren van goede toetsvragen uitklapper, klik om te openen

• De vragen van de toets zijn duidelijk en ondubbelzinnig:
  • vragen zijn positief geformuleerd;
  • stel daadwerkelijk een vraag;
  • stel één vraag per vraag.
• De vragen dienen zodanig gesteld te worden dat de student kan weten hoe uitvoerig en gedetailleerd de antwoorden moeten zijn. 
• Bij gesloten vragen voorkom onnodige (ongeloofwaardige) alternatieven en probeer tegelijkertijd te waken voor een te hoge gokkanscorrectie.
  • Stellingvragen (of vragen met twee opties) hebben een gokkanscorrectie van 50%.
• Voor alle toetsvragen is er een modelantwoord met normering beschikbaar. 

Ter bevordering van de kwaliteit van de toetsing worden toetsvragen vooraf voorzien van peer feedback uit het docententeam.